HET
WEER,
NADER VERKLAARD
de (oudere) verhalen
zijn soms niet meer helemaal up to
date,
onze excusses daarvoor,
red.
Anderhalve
eeuw stormwaarschuwingen
Op 22 januari 1864 ging in ons land
de stormwaar-
schuwingsdienst van
start.
Buys Ballot,
meteoroloog
en
oprichter van het KNMI, nam het
initiatief om
stormwaarschuwingen uit te geven. De eerste hoofd-
directeur van
het weer
werd vooral bekend door
zijn
Wet over het
verband tussen wind
en
luchtdruk: met
de rug naar de
wind
ligt het lagedrukgebied op het
noordelijk halfrond
links en het
hogedrukgebied
rechts.
Die wetmatigheid
die hij
aan de hand van
metingen
aantoonde maakte
het
mogelijk om
de
windkracht in
te schatten en weersverwachtingen
te
maken. Hij wist
de
minister van
Binnenlandse Zaken
te
overtuigen van
het nut van
stormwaarschuwingen
voor
de scheepvaart.
Voor
een
zeevarende handels-
natie als
ons land was
de veiligheid
op zee van
het
grootste
belang zeker
ook
voor
de
economie.
Storm had al vaak tot
grote
problemen
geleid.
Diepe
indruk maakte
indertijd de
beruchte
Pinksterstorm
op 26 en 27 mei 1860, een
plotselinge
zomerstorm
waarbij veel schepen
voor
de
kust van
Scheveningen
vergingen. Ongetwijfeld heeft
deze
stormramp een
rol
gespeeld om een draagvlak te
creëren voor een
speciale stormwaarschuwingsdienst.
Buys Ballot ont-
wikkelde voor de communicatie van zijn stormwaar-
schuwingen een
seinpaal, aeroklinoskoop
genaamd.
Daarmee kon
hij
aangeven
hoe groot
het
verschil in
luchtdruk
was ten zuiden en noorden van
het
land.
Hoe groter de
drukverschillen, hoe harder
de
wind en
hoe groter het
gevaar. Die seinpalen
werden
op
ver-
schillende plaatsen
langs de kust
opgesteld.
Zo konden zeevarenden
zien of de kust
veilig was
of
dat er storm
op komst was.
Ook plaatste hij publicatieborden in zeehavens
waar-
op de barometer-afwijkingen van vier hoofdstations
waren te zien. De meteoroloog
maakte
gebruik van
de telegrafie, die ruim dertig
jaar
eerder
door Morse
was
uitgevonden. Dankzij de telegraaf
was het
moge-
lijk om gelijktijdige luchtdrukwaarnemingen op
ver-
schillende
plaatsen met elkaar te
vergelijken en
uit te
wisselen.
Buys Ballot
gebruikte
die
metingen
om de
eerste weerkaarten of voorlopers
daarvan te
maken.
Zo kon hij stormen in kaart
brengen
en werd
het
mogelijk
om
waarschuwingen
uit te geven.
De storm-
waarschuwingen
werden per
telegram
naar
een
aantal Nederlandse havens waar
onder
Harlingen,
Amsterdam, Rotterdam en
Zierikzee
gestuurd.
Zo konden naar
voorbeeld van de
Engelsen, seinen
worden gehesen aan de seinpalen
die
langs de kust
waren
opgesteld. In Nederland
werd
bovendien een
bol gehesen als de wind westelijk was
of zou worden.
In de loop der jaren werd de stormwaarschuwings-
dienst verder ontwikkeld en
werden
steeds meer
winddistricten onderscheiden
om zo
specifiek moge-
lijk te
kunnen
waarschuwen.
Sinds oktober 2013 zijn
een aantal kustdistricten opgenomen in algemene
waarschuwingen van het
KNMI.
Door die aanpas-
singen kan de toegenomen waterrecreatie op en net
buiten de kustlijn zo optimaal mogelijk
worden
bediend.
De
waarschuwingen
worden
gegeven in de
vorm van
kleurcodes geel
(gevaarlijk),
oranje
(extreem) of
rood (weeralarm).
KNMI / Weer Servicedienst Leeuwarden/Wytgaard